Tot 2020 bestonden Stichting en Netwerk 'de Hoofdzaken: begeleiding bij denkwerk'. Een oorspronkelijk initiatief van één van de grondleggers van de filosofische praktijk in Nederland, filosoof dr. Eite Veening, om de door hem ontwikkelde filosofische consultatiemethodiek aandacht en bekendheid te geven, en om praktiserende filosofen te enthousiasmeren (ook) met deze methodiek kennis te maken. Dit initiatief werd voortgezet door André de Vries († 2017), Joyce Pijnenburg en Frank Vandendries. Deze webpagina bevat tekstmateriaal zoals dat grotendeels vermeld stond op www.dehoofdzaken.net
FILOSOFISCHE CONSULTATIE betekent 'raadpleging van een filosoof'. Voor het uiteenrafelen van een puzzel in privé- of werksfeer, maar ook om je gedachten over het leven te verhelderen of verstevigen, kun je terecht bij de filosofisch consulent. Wanneer een persoonlijke, relationele of andere kwestie je bezighoudt, komt al gauw de gedachte op om een psycholoog of therapeut te bezoeken. Het raadplegen van een filosoof kan in veel gevallen een beter alternatief zijn, omdat bij veel levenspuzzels de kwaliteit van denken en overdenken centraal staat. DE METHODE waardoor filosofen zich laten inspireren is uiteengezet in twee (hand-)boeken van Veening (2014) en André de Vries (2015), beide uitgegeven bij ISVW-uitgevers.
EEN FILOSOFISCH CONSULENT biedt expertise aan als filosoof, als getrainde denkers. De kwesties en vragen van bezoekers van de filosofische praktijk worden beschouwd als puzzels. De filosofisch consulent zet zich als gelijkwaardige gesprekspartner in om samen met de bezoeker van de praktijk de puzzels te ontleden, de puzzelstukken bloot te leggen en te onderscheiden en zo te helpen tot een mogelijke oplossing te komen. Er valt een onderscheid te maken tussen vragen en dilemma’s die zich voordoen in de persoonlijke levenssfeer (micro), in de professionele levenssfeer (meso) of in een bredere, nationale of mondiale sfeer (macro). Veel antwoorden op levensvragen, vragen die vaak een moreel karakter hebben, zijn niet zo vreselijk individueel en persoonlijk. Niet zelden hebben antwoorden een meer dan strikt persoonlijke geldigheid. Enkele voorbeeldvragen uit de genoemde sferen: -Mijn relatie is ten einde gelopen. Heel mijn leven had ik op mijn partner afgestemd. Hoe nu verder? -Mijn vrouw heeft sinds kort een intieme relatie met een ander. Ik begrijp haar behoefte, gaf zelfs ‘toestemming’, maar ik voel me er toch beroerd bij. Waarom wringt dit zo? -Mijn vader accepteert mijn vriendin niet. Ik houd ontzettend van haar – en ook van mijn vader. Kan ik een brug slaan tussen beiden? Wat moet ik nu doen? -Ik zit avond aan avond op de social media en zie de wereldwijde ellende aan me voorbijkomen. En ik merk dat ik steeds cynischer word. En lusteloos. Voel me niet bij machte iets te veranderen. Wat doe ik hier eigenlijk nog? Allemaal zinloos. Toch? -Ik houd er niet van mezelf te moeten 'presenteren', en heb vragen over wie ik ben, maar als ZZP'er in de kunsten wordt wel van mij verwacht dat ik mijzelf en mijn kunst als een 'af' geheel presenteer. Hoe rijm ik mijn twijfels en vragen met de realiteit van mijn werkbestaan? - Mijn collega’s in de maatschap vinden dat ik te gemakkelijk denk over euthanasie en me teveel gevoelsmatig laat leiden door de vraag van mijn patiënten. Ik heb hen beloofd na te gaan of dat klopt. Kan ik daar met u over spreken? -De reclames van het bedrijf waar ik werk kunnen volgens mij niet door de beugel. Hoe kom ik daar achter en moet ik daar iets aan doen? - In het bedrijf waar ik werk wordt enorm gefraudeerd. Ik neem daar zelf ook deel aan maar raak er steeds meer mee in de knoop. Ik slaap slecht, leef mijn frustraties uit op mijn gezin. Ik zou het openlijk aan de kaak willen stellen, weet dat ik er dan alleen voor sta. En ik ben kostwinner. Mag ik mijn gezin dat aandoen? - Mijn collega is intiem met een patiënte van hem. Hij schendt daarmee een ethische code in onze instelling. Ik weet dat het mijn verantwoordelijkheid is hem daar op aan te spreken. Maar hoe kan ik dat doen? Hij is ook nog eens mijn zwager. - Mijn partijgenoten kiezen ervoor om met de liberalen een coalitie te vormen. Ik vind dat eigenlijk verwerpelijk en heel pragmatisch. Maar ik vraag me ook af: ben ik zelf niet te principieel?
Bij een filosofisch consulent kun je dus terecht met DENKPUZZELS. De consulent gelooft niet dat alle oplossingen van (levens)vragen op rationele wijze kunnen worden gevonden, maar zijn er wel van overtuigd dat redelijke antwoorden, met een adequate argumentatie, de beste verantwoording bieden en ook het meest democratisch, bekritiseerbaar, bediscussieerbaar zijn. Vandaar de metafoor van de puzzel. Door samen zorgvuldig te ontrafelen van welke puzzelstukken sprake is en welke instrumenten je kunt gebruiken om de oplossing(en) te vinden, vind je soms meer dan alleen die oplossingen, bijvoorbeeld een nieuw concept of zelfs wereldbeeld. Maar de puzzels zelf staan centraal in het gesprek met een filosoof. Hierbij wordt de zogenaamde drie wereldentheorie gehanteerd.
DRIE "WERELDEN" Filosoof Karl Popper maakte een onderscheid tussen verschillende levensdomeinen, die hij "werelden" noemde. Kort gezegd zijn dat: (1) de wereld van dingen; (2) de wereld van gevoelens; en (3) de wereld van concepten. De laatste bevat de handvaten waarmee we over domein 1 en 2 denken en daarnaar handelen. In een filosofisch consult staat wereld 3 dan ook centraal. De theorie van Popper wordt uitgebreid uitgelegd op een website gewijd aan het triadisme.
DE FILOSOOF denkt mee als collega-denker; herkent algemene vraagstukken en helpt die te formuleren, herkent specifieke vraagstukken en helpt die te verscherpen. Van de consulent mag verwacht worden, niet zo zeer dat zij of hij een theorie zal aandragen waarmee de klant haar of zijn gedragingen kan verklaren, maar wel dat zij of hij de denkprocessen, theorievorming en besluitvorming over, respectievelijk, levensvragen, het zelf en concrete kwesties, helpt vorm te geven en/of verhelderen. “De filosoof moet in ieder geval leek blijven waar het levensvragen betreft” en is een “collega in het leven”. Het filosofisch consult kan dus beschouwd worden als een gesprek tussen filosofen onderling.
FILOSOFISCH CONSULENTEN werken met (ten minste) twee fundamentele handvatten. Ten eerste, het principe van “abstinentie”, zowel van het gebruik van (psychologische, sociologische, filosofische en andere deelwetenschappelijke) theorieën om de gedragingen van de klant primair mee te ‘duiden’, als van de ideaal dat er op de vragen van de klant al een (beste) antwoord zou bestaan, waaraan het gesprek geboorte kan geven. “Abstinentie, onthouding van inhoudelijke deskundigheid ten aanzien van het leven van de klant” is een belangrijk adagium. En ten tweede, het uitgangspunt dat het werkveld van de filosofisch consulent de gedachten- en ideeënwereld en de “denkpuzzels” van de klant betreft en de interactie ertussen met andere ‘werelden’ (binnen en buiten zichzelf); de gevoelswereld van de klant kan weliswaar een belangrijk element van gesprek zijn, maar alleen in zoverre het het mogelijk is over de gevoelens ook gedachten te vormen en hervormen. De filosoof onderscheidt zich dus op twee manieren relatief scherp van de psychologische therapeut. Het primaire doel van een consult is “het realiseren van een optimaal eigen denkproces over de vragen, voor en na het consult.” (Citaten uit Veening, Het Filosofisch Consult.)