• home
  • wat is coaching?
  • existentieel welzijn
  • morele dilemma's
  • levenseinde vragen
  • werkwijze
  • tarieven
  • contact
  • frank
  • reacties
  • blog
    • blog levensvragen
    • blog levenseinde
    • teksten & zo
  • netwerk existentiële filosofie
    • existentiële denkers
    • existentiële praktijken
    • existentiële methoden
  • de hoofdzaken
  • nieuws
  • agenda
LEVENSVRAGEN

PRAKTIJK VOOR LEVENSVRAGEN
FRANK VANDENDRIES


BLOG LEVENSEINDE

 

Blogteksten over leven en dood, levenseinde, euthanasie, hulp bij zelfdoding, zelfdoding, palliatieve sedatie, voltooid leven, euthanasie in de psychiatrie, bij dementie...

Ultieme autonomie

8/20/2020

 
Op 11 juni jl. publiceerde psychotherapeute Edna de Bree een interview met mij. Daarin vraagt zij mij naar mijn werkzaamheden als levenseindecounselor. Het interview staat op haar site www.deglimp.nl die geheel gewijd is aan zingeving. U vindt daar het interview onder Platform > Erkenning
Hieronder kunt u het ook lezen.

Foto

​Interview met Frank Vandendries, filosoof, existentieel coach en levenseindecounselor*
Frank heeft van 2004 tot 2016 als consulent bij Stichting de Einder gewerkt, een stichting die steun biedt bij een humane dood in eigen regie. Zowel hij als collega’s ervoeren daar meer en meer inperking door regels zodat besloten werd verder te gaan met een nieuwe stichting: Stichting LevenseindeCounseling. Samen begeleiden zij cliënten die zelfeuthanasie overwegen.
De kern hierbij is de autonomie of het zelfbeschikkingsrecht van de cliënt. De verantwoordelijkheid ligt bij de cliënt zelf.
Voor mensen die ondraaglijk en uitzichtloos lijden vanwege een levensbedreigende ziekte zoals kanker is de euthanasieweg betrekkelijk eenvoudig. Voor mensen met complexe psychiatrische problematiek of een voltooid leven, is het lastiger hun euthanasiewens ingewilligd te krijgen. De vraag wat ondraaglijk en uitzichtloos lijden is, is niet objectief vast te stellen.
Zelfdoding of zelfeuthanasie rust volledig op het oordeel van de persoon zelf. Daar heeft een arts niets mee te maken en daar hoeft niemand goedkeuring aan te geven.
Cliënten melden zich rechtstreeks bij hem aan. Een verwijzing door de huisarts is niet nodig. Iedereen is welkom.
Iedere actieve hulp bij zelfdoding is strafbaar, maar er is veel literatuur over wat je nodig hebt om op een humane manier een eind aan je leven te maken, zoals het boek ‘Uitweg’ van Boudewijn Chabot.

Wanneer er sprake is van de wil om te sterven komt bij mij al gauw de vraag op naar de zin van het leven.
Ik ben daarom benieuwd hoe zijn cliënten de zin van hun leven ervaren. Zijn zij ermee bezig geweest, hebben zij die verloren of hebben zij ermee geworsteld en het opgegeven?
Hij is bereid tot een interview waarin ik hem deze vragen voorleg.

Edna: ‘Hoe kom je er in de gesprekken met de cliënt achter of zijn euthanasiewens terecht is?’
Frank: ‘Ik probeer de cliënten aan het denken te zetten over zichzelf. Het proces van de eigen verantwoordelijkheid in de richting van zelfdoding is een proces dat iemand zelf moet doormaken. Ik zal nooit tegen iemand zeggen dat ik begrip heb voor zijn keuze. Die vraag krijg ik overigens wel vaak: “vind je ook niet dat ik het heel zwaar heb?” En natuurlijk hoor en zie ik dat het lijden groot is, maar ik oordeel niet voor en over de ander. In de gesprekken stippel ik samen met de cliënt uit waar hij staat, hoe hij op dit punt gekomen is en waar hij eventueel nog naar toe kan. De dynamiek van de gesprekken kan ertoe leiden dat de cliënt beseft dat hij er nog niet aan toe is of het kan een bevestiging zijn van zijn wens om zijn leven te beëindigen.’

Edna: ‘Bespreek je expliciet de vraag wat de zin van het leven is voor de cliënt?’
Frank: ‘De zin van het leven komt vaak impliciet aan de orde, omdat die ligt onder alle ellende die deze mensen op hun weg tegenkomen. De groep mensen die een beroep op mij doen is heel divers. Het zijn niet alleen mensen die verschrikkelijk wanhopig zijn en er morgen uit willen stappen. Een groot deel van mijn cliënten is bezig met de voorbereiding voor ooit. Die hebben veel praktische vragen over welke stappen ze kunnen zetten. Er zijn mensen die vanuit een oncologische achtergrond informatie willen, omdat ze niet willen wachten tot de huisarts zover is en er zijn mensen die een enorme psychiatrische achtergrond hebben. Die zitten niet te wachten op nog meer gesprekken. Die hebben ze gehad en die hebben over het algemeen tot niets geleid. Maar ze leiden soms wel tot de conclusie: ik hoef niet verder. Er zijn ook psychiaters die heel goed begrijpen dat hun patiënten niet verder willen, maar die willen of kunnen dat laatste stapje niet zetten.’

Edna: ‘Zou je dan kunnen zeggen dat hun problematiek zo allesoverheersend is dat ze niet meer over de zin van het leven kunnen nadenken?’
Frank: ‘In acute situaties is hun problematiek allesoverheersend. In de gesprekken maken de cliënten een afweging: Wat kan ik nog aan? Wat wil ik nog? Het is een zoeken naar de balans tussen draagkracht en draaglast. Ze willen de zekerheid dat er een humane uitweg is als het allemaal te veel gaat worden, zodat ze zichzelf niet op een gewelddadige wijze hoeven te doden. Er is maar een kleine groep cliënten die bij mij is geweest van wie ik twee weken later al een rouwkaart in de bus krijg.’

Edna: ‘Als jij zegt: ik probeer de mensen zelf tot inzicht te brengen, tot welk inzicht wil je ze brengen?’
Frank: ‘Het is eigenlijk meer verheldering, zoals ik ook in mijn filosofische praktijk werk. Het is belangrijk dat mensen door middel van vragen en feedback, helderheid proberen te krijgen, zodat ze misschien op een andere manier kunnen kijken naar de situatie waar ze in staan. Het hoeft niet anders te zijn, het kan ook een duidelijke bevestiging zijn van hun situatie en van wat ze zelf al hebben waargenomen.’

Edna: ‘Wanneer heb je een goed gevoel bij het feit dat je iemand begeleidt naar de dood?’
Frank: ‘Zelfs het hebben van een goed gevoel gaat mij al te ver. Het gaat niet om mij. Het gaat erom dat de ander een goed gevoel heeft bij zichzelf over het proces waar ik bij betrokken word.’

Edna: ‘Maakt het je niet uit of je het kan begrijpen?’
Frank: ‘Nee, eigenlijk niet nee. Als je het zelfbeschikkingsrecht serieus neemt en het gaat om het belang van de cliënt, dan doet het er niet toe.’

Edna: ‘En als iemand een partner en kinderen heeft?’
Frank: ‘Ja, die zijn er ook. Meestal heeft een cliënt heeft een heel systeem om zich heen.’

Edna: ‘Praat je daar ook mee?’
Frank: ‘Ja, daar praat ik ook mee. In 50% van de gevallen raken de naasten erbij betrokken, als ze al niet bij het eerste gesprek aanwezig zijn. Er zijn ook mensen die volledig geïsoleerd leven, waar eenzaamheid top is boven alle problemen die ze al hebben en er zijn mensen geïsoleerd geraakt doordat ze met deze problematiek bezig zijn. Het is een taboeonderwerp.’

Edna: ‘Als je terugkijkt op alle cliënten die je hebt begeleid in de afgelopen jaren, kan je dan iets gemeenschappelijks ontdekken?’
Frank: ‘Ja, dat hebben ze, dat is het behoud van de regie over hun eigen leven.’ 

Edna: ‘En als je kijkt naar de reden waarom mensen dood willen?’
Frank: ‘Ze willen iets voorkomen. Een bejaard echtpaar wil voorkomen dat ze naar een verpleeghuis moeten. De psychiatrische patiënt met een chronische depressie wil de volgende depressie voorkomen. Er is een bepaald beeld van wat er kan komen, wat ze niet willen en daar bereiden ze zich op voor.’

Edna: ‘Verbondenheid met anderen of het hebben van een levensdoel zijn belangrijke thema’s als het gaat over de zin van het leven. Zou het ontbreken daarvan een gemeenschappelijke noemer kunnen zijn?’
Frank: ‘Dat is verschillend per categorie cliënten. Veel oudere mensen hebben vaak belangrijke doelen gehad in hun leven, of hebben die nog. Er zijn mensen die verbonden zijn met anderen, ouders, kinderen, kleinkinderen, die hobby’s hebben en genieten van het leven, maar niet afhankelijk willen worden. Ze willen grip hebben op dat stukje van hun toekomst om dat te voorkomen. De kern blijft steeds het behoud van autonomie, ook al verandert de levensfase. De zinsvraag komt meer expliciet aan de orde als al pratend duidelijk wordt dat er eigenlijk een andere vraag onder de praktische vraag ligt. Dan wordt het een stuk complexer voor degene die dacht met een eenvoudige vraag binnen te komen. Dat is zeker belangrijk voor diegenen die vast zitten in hun eigen tunnel en dan kan ik een bijdrage leveren door licht in de tunnel te schijnen. Dat zijn dan waardevolle gesprekken. Dan kan het overigens alsnog eindigen met de dood.’

Edna: ‘Het is complexer dan: “ik wil alleen maar dood”.’
Frank: ‘Ja, als ik vraag: “hoe wil je dat realiseren en waar wil je het doen?” en dan blijkt bijvoorbeeld iemand nog bij zijn ouders te wonen of een jong gezin te hebben, dan is dat wel een vraag die een en ander openbreekt.’

Edna: ‘En als de zinsvraag aan de orde komt, hoe ga je daarmee om?’
Frank: ‘Dan zet ik dan bijvoorbeeld het kader neer van de vier bestaansdimensies van Emmy van Deurzen** en Mia Leijssen**. De fysieke, sociale, persoonlijke en spirituele dimensies zijn dimensies waar je als persoon mee van doen hebt en bij onderzoek een beeld geven van de mate van welzijn. Als je vastloopt in het persoonlijke vlak, heeft dat effecten op de andere vlakken. Ik kijk dan samen met de cliënt waar compensatie te halen is op al die vlakken, waardoor het verlies of gemis in de ene categorie gecompenseerd kan worden door een ander vlak. Er is een samenspel van vele factoren die maken dat de ene persoon het wel lukt in soortgelijke omstandigheden en de ander zegt: “het is voorbij”.’

Edna:‘Heb je wel eens iemand meegemaakt die zolang heeft geworsteld met de vraag wat de zin van zijn leven voor hem was, zonder dat het iets opleverde, dat hij zei: ik geef het op?’
Frank: ‘Zuiver en alleen dat niet, maar mensen die daarmee worstelen, worstelen ook vaak met andere dingen, zoals psychische, relationele, financiële problemen of problemen met de gezondheid. Als dan overkoepelend gekeken wordt hoeveel lasten er zijn, kan iemand zich afvragen: wat maakt mijn leven nog de moeite waard?
Ik kan me niet zo gauw iemand voor de geest halen die uitsluitend met zingevingsvragen worstelde. Het zijn wel vaak mannen met meer expliciete zingevingsvragen. Vijftigers, begin zestigers. Vrouwen die in mijn praktijk komen hebben vaker een psychiatrische problematiek. Onze vrouwelijke clientèle is overigens groter. Vrouwen lijken eerder gesprekken aan te gaan dan mannen. Mannen lijken eerder geneigd hun eigen weg te zoeken, niet zelden met gewelddadige suïcides, zoals treinsuïcides of verhanging.

Edna: ‘Wat maakt het werk dat je doet voor jou zinvol?’
Frank: ‘Het belangrijkste is dat ik kan bijdragen aan het behouden of verkrijgen van zelfbeschikking – in deze situatie in relatie tot het levenseinde. En als je het hebt over verbinding en over waardering krijgen, nou die krijg ik van mijn cliënten zeker. Deze mensen zijn zo ontzettend blij, zonder uitzondering, dat ze kunnen praten, zonder taboe, zonder veroordeling. Zoals een cliënt pas geleden schreef: “Ik wil je bedanken voor de gesprekken, het meedenken over andere opties, maar vooral de totale niet veroordelende vrijheid om te spreken is erg waardevol geweest”.’

Edna: ‘Dat is dus een probleem van onze maatschappij, dat je er zo slecht over kan praten.’
Frank: ‘Er wordt ontzettend veel over gepraat in de samenleving over het levenseinde en over autonomie, er worden veel boeken geschreven over dit onderwerp, de NVVE is de grootste belangenorganisatie ter wereld, maar als iemand er echt mee aan de slag gaat en het echt zélf wil gaan doen, dan wordt het voor naasten een geheel andere zaak en zelfs bedreigend.’

Edna: ‘Wat zou het bedreigende kunnen zijn van het feit dat iemand dood wil?’
Frank: ‘Het zou een bedreiging kunnen zijn voor de manier waarop anderen in het leven staan. En dat kan zeker ook cultureel bepaald zijn.’

Edna: ‘Misschien roept de zelfdoding van iemand de vraag op bij de ander: ben ik dan niet de moeite waard om voor te leven?’
Frank: ‘Ja, bijvoorbeeld: je mag me niet alleen laten. Er is een negatieve gerichtheid die er tegenover de ander zou zijn, maar er wordt niet gekeken naar wat het positieve is voor de persoon zelf.’

Edna: ‘Zou je kunnen zeggen dat het een teken van liefde is als je iemand kan laten gaan?’
Frank: ‘Oud bestuurslid van de Coöperatie Laatste Wil, Gert Rebergen, schreef in reactie op een blog van mij, dat er een appel gedaan wordt op de achterblijver om zich liefdevol te blijven verhouden tot degene die zichzelf doodt. “De achterblijver wordt dan verzocht om met de zelfdoder mee te sterven zonder te sterven”.’

Edna: ‘Krijg je ook waardering van de nabestaanden?’
Frank: ‘Als ze direct bij het proces betrokken zijn wel, maar in andere situaties zeker niet. Soms word ik geconfronteerd met flinke boosheid als men te weten komt dat ik gesprekken heb gevoerd met hun naaste. Maar er zijn ook nabestaanden die blij zijn dat de cliënt zich niet voor de trein gegooid heeft en dat hij er überhaupt met iemand over heeft kunnen praten. Want dat vinden de meeste mensen het ergste, dat de zelfdoding in een volledig isolement heeft plaatsgehad en dat niemand weet hoe of wat. Dat geeft veel nabestaanden de grootste raadsels.’
​

Edna: ‘Dank je wel voor dit gesprek.’

*Frank Vandendries
[email protected]
 www.levensvragen.org


**Emmy Van Deurzen, Everyday Mysteries, 1997/2010 
**Mia Leijssen, Tijd voor de ziel, 2007 
**Mia Leijssen, leven vanuit liefde, 2013

Comments are closed.

    Archieven

    Augustus 2020
    April 2020
    Maart 2020
    November 2019
    September 2019
    Maart 2019
    Februari 2019
    September 2018
    April 2018
    Maart 2018
    December 2017
    Augustus 2017
    April 2017
    Februari 2017
    Januari 2017
    Oktober 2016
    Mei 2016
    Februari 2016
    April 2015
    Maart 2015

  • home
  • wat is coaching?
  • existentieel welzijn
  • morele dilemma's
  • levenseinde vragen
  • werkwijze
  • tarieven
  • contact
  • frank
  • reacties
  • blog
    • blog levensvragen
    • blog levenseinde
    • teksten & zo
  • netwerk existentiële filosofie
    • existentiële denkers
    • existentiële praktijken
    • existentiële methoden
  • de hoofdzaken
  • nieuws
  • agenda